Hoofd, hart en handen
Op de vrijeschool worden kinderen gezien als mensen met eigen talenten, een eigen voorgeschiedenis en individualiteit. We willen graag ieder kind de kans geven alle talenten te ontplooien. Daarom bieden we zo breed mogelijk onderwijs aan.
Een kind komt vanzelfsprekend op school om te leren, zodat hij later goed toegerust zijn plaats in de maatschappij kan vinden. Maar er valt niet precies te voorzien hoe die maatschappij eruit zal gaan zien en om welke toepasbare kennis wordt gevraagd. Daarom leggen vrijescholen veel nadruk op kwaliteiten die voor de leerling van belang zijn om zich later blijvend te willen en te kunnen ontwikkelen.
Het leerplan van de vrijeschool is zo opgebouwd dat alle vakken in hun onderlinge samenhang deze ontwikkeling ondersteunen. Intellectueel, creatief, ambachtelijk en sociaal wordt het kind uitgedaagd om zijn persoonlijkheid te ontplooien. Leerstof is daarbij altijd middel en ontwikkeling het doel. Natuurlijk krijgen onze leerlingen les in vakken als wiskunde en Nederlands, vreemde talen, in aardrijkskunde en geschiedenis, scheikunde en biologie. Maar daarnaast krijgen ze kunstzinnig en ambachtelijk onderwijs met vakken als tekenen, muziek, toneel, handenarbeid en euritmie. Al deze vakken dragen bij aan een brede en evenwichtige persoonlijkheidsontwikkeling. Of, zoals het ook wel wordt genoemd, aan de ontwikkeling van hoofd (verstand), hart (gevoel) en handen (daad- en scheppingskracht).